Vanaf het moment dat het bestuur besloot van de BHTD een netwerkorganisatie te maken nam het aantal organisaties waarmee de BHTD contact onderhield razendsnel toe. Daarmee werd het voor de BHTD gemakkelijker om informatie over ontwikkelingen met betrekking tot de wijk te verkrijgen en klinkt het geluid van de BHTD op meer plekken door. De BHTD onderhoudt goede contacten met de vertegenwoordigers van de organisaties en wordt als partner gezien. Dat kan te maken hebben met de actieve opstelling vanuit de BHTD, het kan ook van doen hebben met veranderende regelgeving waarin bewoners moeten worden meegenomen alvorens tot besluitvorming te komen, of er is meer behoefte aan gemeenschapszin ontstaan als reactie op sociaal-maatschappelijke ontwikkelingen en men ziet de BHTD als een partij die hieraan een bijdrage kan leveren.
Bewonersvereniging versus uitvoeringsorganisaties
Het valt na een paar jaar in de rol van netwerkpartner wel op, dat veel uitvoeringsorganisaties (overheid, zorg-, welzijns-, woningbouw- en onderwijsorganisaties) moeite hebben hoe om te gaan met een bewonersvereniging, die zich niet louter opstelt als een belangenvereniging, maar meer als een organisatie die participatie van bewoners stimuleert. Veel van deze organisaties ontlenen hun bestaansrecht aan een specifiek doel, waarvoor ze zich eindverantwoordelijk voelen. Ze hebben koersplannen, strategische doelen en uitvoeringsplannen waarover men zich intern aan een raad van toezicht en soms ook extern aan een opdrachtgever moet verantwoorden. Het bij de uitvoering van plannen rekening moeten houden met bewoners is daarbij lastig, want op welke wijze moet je je verhouden tot bewoners, welke invloed kun je bewoners geven, als je baas van je verwacht dat je resultaten bereikt die passen binnen de doelen van de organisatie?
Dat is echt zoeken voor deze organisaties. De contacten met bewoners zijn interessant en dat smaakt naar meer, maar als bewoners opmerken dat ze verwachten dat oplossingen voor problemen in een wijk bottom-up genomen worden, omdat zij er immers wonen, waar moeilijk iets tegenin te brengen is, dan is het toch echt veel gemakkelijker om samen met de collega’s van andere professionele organisaties oplossingen te bedenken. En dat laatste gebeurt nog regelmatig, want het is de routine uit de tijd dat je bewoners nog alleen hoefde te informeren. Hieronder geef ik een aantal voorbeelden van hoe het ondanks de beste bedoelingen van organisaties in de samenwerking kan knellen en acties afdrijven van de bedoeling. In de praktijk blijkt het moeilijk om de kracht van de gemeenschap te benutten, terwijl het toch de bedoeling is dat uitvoeringsorganisaties ten behoeve van de gemeenschap werken. Wie meer wil weten over het benutten van gemeenschapskracht is het filmpje op
www.wijzijnhier.nl een aanrader.
NLPV en Wij West
Vanuit het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid krijgt Delft-West extra aandacht vanuit de rijksoverheid. Er is een organisatie opgericht met de naam Wij West, die samen met de organisaties en bewoners een alliantie moet vormen, die de problemen in kaart brengt en er oplossingen voor probeert te bedenken. Wij West is georganiseerd als een overheidsorganisatie met een alliantieraad, die bestaat uit de burgemeester, een wethouder, bobo’s uit plaatselijke organisaties en één bewoner. Om in aanmerking te komen voor grote sommen geld vanuit de rijksoverheid moeten er in rap tempo uitvoeringsplannen worden opgesteld. Kortom, de poging om bottom-up te werken staat onder druk vanuit de systeemwereld, want het lukt maar moeizaam om een representatief aantal bewoners bij het analyseren van problemen in de wijk en de bijbehorende plannenmakerij te betrekken, dus het gaat knellen.
In dit kader is er wat Tanthof betreft veel belangstelling voor de problemen in de focusbuurt rond de Bikolaan. Er is een werkgroep opgericht die zich richt op het vinden van oplossingen, waarin ik de enige bewoner ben. In deze werkgroep wordt iedereen gehoord en serieus genomen, maar bij de uitvoering van acties gericht op het zoeken van oplossingen wordt het lastig. Er werden straatinterviews afgenomen, maar dan plotseling wordt er vanuit Wij West een onderzoeksbureau bij de verwerking van de straatinterviews betrokken, die de uitkomsten een tikje abstracter formuleert, waardoor de constatering van veel bewoners dat de buurt verpaupert uit beeld verdwijnt door de wijze van formuleren. Vervolgens buigt een groep met veel vertegenwoordigers uit uitvoeringsorganisaties en een paar bewoners zich over de uitwerking van het onderzoeksbureau. Naast een paar prima voorstellen voor de korte termijn scoort echter het creëren van een extra laad- en losplaats bij een winkel op de Bikolaan ten koste van een perkje een plek in de top 3. De relatie met de door bewoners ervaren sociale problematiek lijkt me ver weg bij zo’n voorstel.
De tussenkomst van een onderzoeksbureau veroorzaakte onbedoeld een gebrek aan focus bij de aanwezigen, waarvan het merendeel niet in de buurt woont. Het bovenstaande proces is nog niet afgerond, dus ik heb gepleit voor het betrekken van zoveel mogelijk buurtbewoners om de uitkomsten alsnog te beoordelen op doeltreffendheid om te voorkomen dat het proces ontspoort. Ik geef onmiddellijk toe, dat het niet gemakkelijk is om de buurtbewoners op de been te krijgen. De BHTD heeft inmiddels een voorstel gedaan om binnen dit proces meer bewoners op de been te krijgen, want het kan niet zijn dat er straks voorstellen worden uitgevoerd, waarvoor geen draagvlak in de buurt bestaat. De BHTD zou in dat geval de werkgroep verlaten. Overigens is de relatie met de medewerkers van Wij West goed, want de bovenbeschreven kritiek van de BHTD wordt serieus genomen en er wordt samen naar een oplossing gezocht. Wel is dit verhaal een voorbeeld van hoe uitvoeringsorganisaties moeite hebben met het bottom-up werken en hoe de ervaringen van bewoners bij de oplossing van problemen als uitgangspunt te nemen.
Zorgkantoor DSW
Een ander voorbeeld van afstand tussen het belang van bewoners en een uitvoeringsorganisatie is het niet doorgaan van de pilot ‘BuurtSaam’. Hieronder een beschrijving van wat er gebeurde. Vanuit het landelijk netwerk van actieve bewonersorganisaties LSA wordt de BHTD getipt dat er een pilot vanuit de rijksoverheid wordt gelanceerd met als doel de sociale cohesie in de wijk te vergroten en daarmee gezond en prettig leven in de wijk te verbeteren. Omdat de BHTD zich richt op participatie van bewoners zou de pilot in Tanthof volgens de LSA kansrijk zijn. De alliantie “langer en weer thuis’ raakte enthousiast en via zorgorganisatie Careyn werd een plan ingediend bij mede alliantielid het zorgkantoor van DSW om de benodigde middelen voor de coördinatie te verwerven. Binnen deze werkwijze vond de BHTD het vreemd, dat de BHTD als positieve factor in de wijk werd benoemd, maar dat er geen overleg met de BHTD over de inhoud van het plan plaatsvond. Als de coördinatie op deze manier zou zijn geregeld, een voorwaarde voor deelname, zou de gemeente een aanvraag doen bij het ministerie voor deelname aan ‘BuurtSaam’. Volgens ‘Langer en weer thuis’ was dit kat in het bakkie, maar op de laatste nipper besloot het zorgkantoor toch het project niet van de gevraagde middelen te voorzien.
De gemeente is verantwoordelijk voor het welzijn van haar burgers, maar de middelen daartoe worden door de rijksoverheid niet aan de gemeente, maar aan een uitvoeringsorganisatie verstrekt, die naar eigen inzicht rijksmiddelen mag inzetten en niet koos voor een project waarvan de uitkomst niet zeker is. In dit voorbeeld staat de efficiënte besteding van middelen dus boven de bedoeling. Het is voor bewoners niet te begrijpen, dat de gemeente niet gaat over de inzet van middelen met betrekking tot het welzijn van haar inwoners en alleen richting het zorgkantoor kon aangeven dat ze voorstander is van het voornoemde project, omdat ze het belang ervan inziet voor Tanthof. Overigens gaan we nu samen met de zorg- en welzijnsorganisaties binnen ‘Langer en weer thuis’ en samen met de bewoners van Tanthof op zoek naar wat zonder subsidie mogelijk is om te werken aan ‘Prettiger samenleven in Tanthof’. Het gemeentebestuur heeft de projectleider van ‘Langer en weer thuis’ hiertoe opdracht gegeven. We gaan hiermee in het bewonerscafé van donderdag 16 mei aan de slag.
Groenonderhoud door bewoners Alkstraat
Tot slot een bericht dat niets met de worsteling tussen bewoners en uitvoeringsorganisaties te maken heeft, maar wel te maken heeft met het stimuleren van gemeenschapszin vanuit de BHTD. Bewoners van de Alkstraat onderhouden het openbaar groen aan de overkant van hun straat. De overkant van de straat grenst aan het Abtswoudsebos (zie de bijgevoegde foto’s). Om de flinke strook openbaar groen te kunnen onderhouden, hebben ze een beroep gedaan op een subsidiebedrag vanuit de zogenoemde SVAT-gelden van de BHTD om tuingereedschappen, zoals een grasmaaier, een kantenmaaier en een kruiwagen, te kunnen aanschaffen. De BHTD heeft het gevraagde bedrag overgemaakt aan de bewoners onder voorwaarde dat de tuingereedschappen eigendom blijven van de BHTD en ook voor andere leden beschikbaar zijn die het openbaar groen in hun leefomgeving onderhouden. Mochten er leden zijn die het openbaar groen in hun omgeving onderhouden en daarbij gebruik willen maken van de tuingereedschappen, kunnen dit kenbaar maken via
ons contactformulier.
Met vriendelijke groeten,
William van Treuren
voorzitter BHTD