Speelnatuur en ommetjes in het Abtswoudsebos
Alhoewel Staatsbosbeheer de plannen voor speelnatuur in het Abtswoudsebos aanvankelijk niet handig heeft gepresenteerd, ligt er nu een plan voor de speelnatuur waar kinderen in de basisschoolleeftijd na realisatie blij van zullen worden. Natuurlijk spelen is leren, bewegen en genieten tegelijkertijd.
Op 28 juni presenteerde Staatsbosbeheer in de kantine van Vitesse de laatste versie van haar plannen om het Abtswoudsebos een kwaliteitsimpuls te geven op het gebied van bewegen en recreëren. De opmerkingen van het publiek tijdens de inloop-dag van 23 april jl. zijn in deze versie verwerkt. De eerder gepresenteerde bewegwijzerde ommetjes waren al direct onomstreden en hebben daarom in de publiciteit minder aandacht gekregen dan ze verdienen. Er zullen straks vijf wandelroutes worden uitgezet variërend van 1 tot 10 kilometer, waarbij wandelaars zich in stilte of gezellig keuvelend in het Abtswoudsebos kunnen begeven zonder de vrees te verdwalen. En we weten dat zowel lopen als je ophouden in de natuur gezond is. Dat wordt dubbel profiteren van het prachtige gebied dat aan de Tanthof grenst voor de wijkbewoners die het bos nog niet eerder hebben verkend. Bestaan die nog?
Het bewonersinitiatief ‘Wij spelen niet mee’ is ontstaan na de eerste presentatie van ideeën over de speelnatuur, destijds ook wel aangeduid als speelbos. Op de plattegrond leek de speelnatuur zich uit te strekken over een gebied van zes hectare. Bij sommige wijkbewoners ontstond de indruk van een grote speeltuin met regionale aantrekkingskracht. Bewoners in de omgeving van de Willem Dreeslaan, die aangaven regelmatig overlast te ervaren van hangjongeren, vreesden voor toename van de overlast als het speelbos de aanwezigheid van hangjongeren nabij de bebouwing zou faciliteren. Het bewonersinitiatief en Staatsbosbeheer zijn met elkaar in gesprek geraakt en dat heeft de nu voorliggende plannen voor speelnatuur zichtbaar goed gedaan.
Een kreek met speelnatuur voor de jongste kinderen komt verder van de Dreeslaan te liggen dan ingetekend in de aanvankelijke plannen en voor de iets oudere kinderen worden verderop in het bos meer uitdagende speelsituaties gerealiseerd, die passen bij de leeftijd en ontwikkeling van de kinderen. Deze kinderen worden uitgedaagd een groter deel van het bos te gaan verkennen. De opzet van de speelnatuur blijft overigens kleinschalig. De middelen zijn immers beperkt. Om tegemoet te komen aan de bewoners die overlast vrezen, worden picknickbanken weggelaten. Bij het parkeren voor bezoekers van buiten de wijk wordt verwezen naar de bestaande parkeerplaatsen bij de voetbalverenigingen, de kynologenclub en de volkstuinen, waarbij getracht zal worden de wandelafstand tussen de parkeerplaats en de speelnatuur te verkleinen door de bezoekers een route door het sportpark aan te bieden. Het lijkt gezien de omvang van de speelnatuur realistisch te verwachten dat vooral de instellingen voor kinderopvang, de basisscholen en ouders met kinderen uit de wijk frequent gebruik zullen maken van de speelnatuur. Andere gebruikers vanuit Delft zouden gestimuleerd moeten worden met de fiets naar het Abtswoudsebos te komen en de auto thuis te laten.
Als de voorliggende plannen gerealiseerd worden, wordt de aantrekkelijkheid van het Abtswoudsebos als plaats om te recreëren en van de natuur te genieten voor de wijkbewoners vergroot. Mocht de vergroting van de aantrekkelijkheid van het bos tot overlast leiden, dan is het van belang dat handhavers deze overlast zullen bestrijden.
Voor wie de presentatie van de plannen op 28 juni heeft gemist is het handig te weten, dat deze is in te zien op de website van Staatsbosbeheer bij ‘Kwaliteitsimpuls Abtswoudse bos’.